donderdag 7 juli 2011

Back Home


We zijn weer terug in onze thuishaven de Blocq van Kuffeler. Om 8:15 uur zijn we uit Vlieland vertrokken. De wind was ZW 5 met uitschieters naar 6 Bft. Dus helaas weer tegen, Het eerste gedeelte tot Harlingen, konden we nog bezeilen, maar daarna moesten we de motor bijzetten. Onderweg haalden we het Kampener Koggeschip in, dat we ook in Marstal hebben zien liggen. Om 11:00 uur passeerden we de ondiepte bij Harlingen, waar in verband met de opkomende vloed nog maar net 30 cm onder onze kiel stond. Bij Kornwerderzand aangekomen, hadden we het geluk dat de sluis en de brug van de afsluitdijk open stonden en wij met vol gas nog net op tijd konden aansluiten, hoewel de lichten met nog 10 meter te gaan op rood werden gezet. Op het IJsselmeer was de wind ook tegen, zodat we, om niet al te laat thuis te komen, de motor maar weer bijzetten. Na de sluis bij Enkhuizen te zijn gepasseerd om 17:00 uur, kwamen we in onze thuishaven aan om 19:30 uur. Onze vakantie is helaas voorbij, maar we hebben een mooie vakantie gehad. Ons einddoel Göteborg hebben we bereikt en onze geplande tocht volgens plan B bijna geheel voltooid. De eerste twee weken hadden we redelijk tot mooi weer. Na Göteborg werd het weer slechter met veel wind en regen. Vooral dit jaar hebben we zeer veel tegenwind gehad. Geen enkele keer hebben we deze achter gehad. Een paar maal halve wind was het enige waar we het mee moesten doen. We hebben dan ook meer motoruren (118) dan zeiluren (97) gemaakt. Onze eerste nachtelijke overtocht op zee van Cuxhaven naar Vlieland, een afstand van 160 Nm was een ervaring apart. In totaal hebben we op onze log 1332 Nm gevaren, terwijl de totale afstand over de grond 1173 Nm bedraagt. Vanwege het laveren en tegenstroom hebben we 159 Nm meer gevaren. Scandinavië heeft ons echter wel geboeid, zodat we daar nog veel te bekijken hebben. Volgend jaar willen we alsnog het Limfjord doen, maar ook Oslo, Stockholm en het Götakanaal staan op ons lijstje. Wat dat betreft zijn we in dat gebied nog lang niet uitgekeken. 

woensdag 6 juli 2011

Rustdag Vlieland





Op het water maak je toch wel altijd avonturen en soms bizarre verhalen mee. Eerst de Nederlanders met een nieuwe Breehorn 41 in Varberg (Zweden), waaraan van alles mankeerde. Toen de Belgen in Rendsburg, die met hun jacht buiten de betonning van de Elbe op de stenen waren geslagen, waardoor hun schip water maakte en waarschijnlijk “total loss” verklaard zal worden. Daarna een Nederlands stel met een Hallberg Rassy 29, die geen motorkoelwater kreeg. En vandaag vernamen we ook weer een bizar verhaal. De wind was inmiddels naar ZW-5 gedraaid en een huurzeiljacht met acht Duitsers erop waren aan lagerwal geraakt aan een steiger en konden daar niet meer zelfstandig wegkomen. Ze probeerden de kop van het jacht door de wind te krijgen, maar dat lukte uiteraard niet. Ik gaf ze advies om de boot aan de voorkant vast te maken met voldoende stootwillen tussen steiger en schip en dan de boot in zijn achteruit te laten draaien, maar dat wilde de Duitse schipper niet, omdat hij geen ervaring had met achteruit varen. Je vraagt je wel eens af wat dat soort figuren op een boot doen, maar goed de havenmeester in zijn rubberboot kwam toevallig langs en sleepte de kop van het jacht door de wind, zodat de Duitsers uit hun benarde positie kwamen. Ik raakte daarna in gesprek met drie jonge Nederlanders van een klassiek wit jacht, een langkieler, dat achter het Duitse huurzeiljacht lag, die mij het volgende bizarre verhaal vertelden: De boot lag aan het Deense eilandje Omø en behoorde toe aan een bejaard stel uit Nederland. Wij kennen Omø, gelegen tusssen Langeland en Sjӕlland wel, want daar zijn we dit jaar langs gevaren en in 1997 hebben we daar met onze kinderen nog in de kleine jachthaven gelegen. De eigenaar van het schip kende op een morgen toen hij opstond zijn eigen vrouw niet meer en was dus niet meer in staat om de boot nog als schipper te bevaren. Zijn vrouw heeft daarop hulp ingeroepen en via de verzekeringmaatschappij zijn de drie jonge Nederlanders, die toevalligerwijs ook nog zelfs uit Huizen kwamen, ingehuurd om het jacht vanuit Omø naar Nederland terug te varen. Zij maakten alle drie deel uit van de reddingsbrigade van het Gooimeer en naast gewoon werk op de wal werden ze ook ingeschakeld voor bergingswerkzaamheden. Zij waren gisterochtend om 04:00 uur uit Cuxhaven vertrokken en vandaag om 4:00 uur aangekomen in Vlieland. Vandaag vertrekken ze om 17:00 uur van uit Vlieland en varen ze boot naar het Noordzeekanaal met uiteindelijke bestemming Aalsmeer. We hebben ze sterkte gewenst met de verdere terugreis en na dit bizarre verhaal hebben we een wandeling gemaakt naar Vlielanddorp, waar we bij het begin van de jachthaven een filmploeg op een duintop zagen staan, die aan het filmen was. Bij navraag, want we zijn natuurlijk altijd nieuwsgierig, bleek dit voor het programma “Joris Showroom” te zijn. Dat is een tv-programma, waarin excentriekelingen worden belicht door presentator Joris Linssen. Dit keer was kennelijk “Jan Zeepier” aan de beurt. Jan Zeepier is een excentriekeling, die op een oude en vervallen motorboot woont in Vlielandhaven en daar kennelijk van de verkoop van zeepieren leeft. Hij werd gefilmd terwijl hij met een kruiwagen vol met openhaardblokken liep en daarbij er ééntje zelfs in het water liet vallen. We waren maar zo vrij om hem, terwijl hij een praatje maakt met een schipper van een motorjacht, en zijn boot even op de foto te zetten. Het programma komt in.december dit jaar op Nederland 1 op de buis. We willen dit programma natuurlijk niet missen. Morgen gaan we terug naar de BvK, onze thuishaven en dan zit onze vakantie er jammer genoeg weer op.

dinsdag 5 juli 2011

Van Cuxhaven naar Vlieland





Maandagochtend klopte een landgenoot met een Hallberg Rassy 29 aan op onze boot. Een dag tevoren bij de sluis van Brunsbüttel was hij er op attent gemaakt dat er niet voldoende koelwater uit zijn motor kwam. Hij vertelde dat hij een Duitse monteur had laten komen om naar de motor te kijken. De monteur was echter niet gekomen, maar zijn baas, want de monteur was niet beschikbaar. Maar de baas had er ook verstand van, zoals de baas beweerde en had geanalyseerd dat de waterpomphuis maar vervangen moest worden in Nederland, want die was versleten en hij kon met Hallberg Rassy wel zo thuiskomen naar Den Helder vanuit Cuxhaven. Toch een slordige 180 Nm. Nadat ik aangegeven had, dat deze analyse volkomen larie was en ik er wel even naar wilde kijken, bleek al heel snel, na toch de impeller voor alle zekerheid te hebben verwisseld, dat het een scheur betrof in het deksel van zijn wierpot, waardoor de waterpomp lucht aanzoog i.p.v. water. Het transparante plastic deksel kon hij bij een watersportbedrijf in Cuxhaven halen voor een luttel bedrag en de man was zo blij dat hij ook een deksel voor ons kocht als reserve. We hadden namelijk hetzelfde model wierpot. Daarna zijn we vertrokken om 15:15 uur vanuit Cuxhaven richting Vlieland met de bedoeling om ’s nacht door te varen. De eerste 20 NM om de Elbemond uit te varen, was tegen de wind in en moesten we motoren. Om 19:30 uur konden we zeilend onze koers zetten naar Vlieland. Om 22:00 uur viel de wind echter weg en moesten we de motor opnieuw bijzetten. Om ca. 23:00 uur viel de nacht in en vanaf middernacht was het, vanwege dichte bewolking, stikdonker. We zagen overal felle en zwakke lichtjes in allerlei kleuren. Het was heel lastig om de afstanden van deze lichten in te schatten en wat deze allemaal voorstelden. Af en toe passeerden ons een vissersboot en ook een zeiljacht. Je zag dan alleen de lichten voorbijschuiven, want de contouren waren in het donker niet zichtbaar. Een vreemde gewaarwording. Om 04:00 uur begon het langzaam weer licht te worden en vanaf 05:00 uur waren de lichtjes vanwege het daglicht weer verdwenen. Toen we om ons heen keken, zagen we beduidend minder scheepsverkeer dan we lichtjes hadden gezien en ook dat was weer een vreemde gewaarwording. Om 16:15 uur kwamen we, na 160 Nm gevaren te hebben, in Vlieland aan, waar gelukkig nog genoeg plaats was, ondanks de “filevorming” van boten voor de ingang van de haven. Toen we vorig jaar terugkwamen uit Denemarken was Vlielandhaven overvol en moesten we buiten in de geul na de veerboot voor anker gaan. Morgen maar een rustdag om bij te komen van onze enerverende nachtelijke overtocht.

zondag 3 juli 2011

Verwaaidagen Cuxhaven





Zaterdag was het wel heel slecht weer. De hele dag regen en harde wind. De voorspelde NW6 werd later NW7 met vlagen van 8 bft, zodat alle jachten scheef in hun boxen hingen. We hebben er maar een klus- en rustdag van gemaakt. ’s Ochtends water en Diesel getankt en’s middags zijn we met de gratis leenfietsen van de jachthaven naar de Lidl gefietst om boodschappen te doen, waarna we ons op de boot maar vermaakt hebben met lectuur en internet. Ook die nacht bleef het stevig waaien en dat was ook nog zondag het geval, maar het was tenminste droog. Na het ontbijt hebben we maar weer de gratis fietsen van de jachthaven genomen en zijn we langs de strandweg richting Noord eerst naar het Fort Kugelbake gefietst, ongeveer 3 km van de jachthaven af.Dit fort is gebouwd tussen 1869–1879 en daarna tot 1911 gemoderniseerd. Kort voor de Tweede Wereldoorlog werd er op dit fort een flakbatterij (luchtafweer) met vier 10,5 cm stukken geplaatst, die relatief stil bleef gedurende de oorlog. Op 8 mei 1945 werd het fort bezet door Britse troepen. Helaas kon je het fort alleen bezichtigen met een rondleiding op afspraak. We zijn toen maar teruggefietst naar de stad Cuxhaven, waar we in het centrum een soort rommelmarkt en kermisattracties tegenkwamen. Daarna hebben we het slot Ritzebüttel bezocht. Oorspronkelijk was slot Ritzebüttel een burcht, omgeven door wallen en grachten. Het was strategisch gebouwd aan de monding van de Elbe en dateert van 1340. Na geschillen met de stad Hamburg werd deze burcht, inclusief de landgoederen in 1394 ingenomen. Ter verdediging werden de muren met een dikte van 3 meter versterkt en de toren verhoogd tot 21 meter.In 1864 verloor Ritzebüttel veel invloed door scheiding van rechterlijke en bestuurlijke macht en had het in 1937 ook geen politieke betekenis meer. Tot 1981 werd het gebouw gebruikt voor verschillende doeleinden. Het kasteel was in die tijd in een zeer slechte conditie. De renovatiewerken werden uitgesteld tot 1996 bij gebrek aan geld. Door de Eeuwen heen is de oorspronkelijke burcht deels afgebroken en later weer opgebouwd. Het kasteel is nu beschikbaar voor openbaar gebruik en herbergt onder andere een restaurant, tentoonstellingszalen en een trouwzaal. Alle kamers zijn te bezichtigen en in barok en biedermeierstijl ingericht. Na het slot te hebben bekeken, maakten we nog een rondwandeling door de slottuin, waar we een “Zwitsers Huis” tegenkwamen, dat in 1847 als theehuis is gebouwd. Daarna fietsten we langs de havens waar het gezellig druk was. Het was kennelijk zondagmarkt met daartussen een Nederlands kaasboer uit Woerden, waar we een lekkere Goudse kaasspies hebben gegeten. Daarna zijn we teruggegaan naar onze boot om onze terugreis naar Vlieland verder voor te bereiden.

zaterdag 2 juli 2011

Van Rendsburg naar Cuxhaven





Vanochtend zijn we om 9:00 uur vertrokken uit de Schreiber Gast-Marina van Rendsburg en vervolgden we onze tocht op het Noord-Oostzeekanaal naar Brunsbüttel, een afstand van 38 Nm, waar we de unieke kabelpont bij Rendsburg weer passeerden. Het was weer zeer druk met scheepvaart. Diverse grote tankers, container- en vrachtschepen liepen ons op of passeerden ons. Om 15:00 uur kwamen we bij de sluis van Brunsbüttel aan, waar we nog een uur moesten wachten, alvorens we geschut werden naar de Elbe. Even na vieren voeren we de sluis uit en de Elbe af naar naar Cuxhaven, wat nog een lastige tocht werd. Er stond een dikke NW-5 precies op de kop van onze Carina, waardoor zeilen niet mogelijk was en we op de motor verder gingen. Binnen de betonde vaargeul van de Elbe mogen jachten niet varen, uitgezonderd het haaks oversteken ervan. Dus laveren was geen optie. De Elbe stroomde hard naar beneden, mede omdat ook de ebstroom net was begonnen en met de NW-5 tegen ontstond er een ruwe zeegang met korte hoge steile golven, zodat wij veel buiswater over ons heen kregen en onze Carina behoorlijke klappen kreeg te verduren als ze van een steile golf met een smak in een dal werd gezet. Het was meer hakwerk dan varen, maar gelukkig hebben we een sterke motor en bleef de snelheid er aardig in. Vlak voor de jachthaven van Cuxhaven moesten we de vaargeul nog oversteken, maar het was zeer druk met op- en afgaande scheepvaart, zodat we een gaatje zochten tussen een paar zeeschepen om met vol gas er tussen door te komen, opdat de Elbestroom ons niet voorbij Cuxhaven zou zetten. Om 18:30 uur draaiden we vanwege de enorme meestroom met hoge snelheid de jachthaven van Cuxhaven in en meerden we af in een vrije box om bij te komen van de heftige Elbe-tocht. Morgen is de voorspelling NW6 en dan is het onverantwoord om de Elbemond uit te varen. Dus we wachten in Cuxhaven maar even af op een gunstiger wind.   

donderdag 30 juni 2011

Van Marstal naar Rendsburg





Afgelopen nacht begon het stevig te regenen en dat hield in de ochtend niet op. Toch besloten we om volgens onze planning naar Rendsburg, gelegen in het Noord-Oostzeekanaal te varen. Een afstand van ca. 52 Nm vanaf Marstal. De wind was NW4-5 en onze koers naar de sluizen van Kiel/Holtenau zuidwest, zodat dit traject prima te bezeilen was. Zo vertrokken we in de regen om 9:30 uur, gewapend in onze waterdichte Musto-regenpakken, richting de Kielerbocht, waar we na het passeren van de rood-witte aanloopvuurtoren om 14:30 uur bij de sluizen van Kiel/Holtenau aankwamen. De regen was inmiddels gestopt en we hadden ook nog het geluk dat de sluis net open stond voor een vrachtvaarder, waarbij wij en nog een jacht uit Finland zich mochten aansluiten, zodat we om 15:00 uur weer in het Noord-Oostzeekanaal voeren, waar het weer druk was met scheepvaart. Na een half uur gevaren te hebben, kwam er een groot Cruiseschip ons tegemoet, waar we even op moesten wachten, gezien de omvang en de beperkte vaarruimte die er was in verband met het passeren van een brug. Om 17:45 uur kwamen we in de Schreiber Gast-Marina van Rendsburg aan, waar we werden opgevangen door een aardige Duitse passant. ’s Avonds kwam er een Belgisch jacht naast ons liggen, die op de Elbe moest uitwijken voor een vrachtschip en buiten de tonnen op een ondiepte voer, waardoor zijn kiel en spanten totaal ontzet waren en het schip water maakte. Morgen gaat hij naar de jachthaven van Laboe nabij Kiel om het schip uit het water te laten halen voor inspectie. Een vervelend begin van de vakantie voor deze mensen. We hebben ze maar veel sterkte gewenst. Morgen gaan we naar Cuxhaven. 

woensdag 29 juni 2011

Fietsen op Ærø





Het was prachtig weer vandaag. De zon scheen en de wind, die de hele nacht stevig uit het Zuidoosten had geblazen, was gaan liggen. Na het ontbijt hebben we dan ook onze Bromptons te voorschijn gehaald en begonnen we rond half elf aan onze fietstocht vanuit Marstal. We fietsten eerst naar Ommelshoved, een soort schiereiland ten NW van Marstal, waar we een prachtig uitzicht hadden op de baai tussen Ommelshoved en de havenplaats Ærøskøbing. Daarna fietsten we langs het schiereiland terug richting het dorpje Kragnӕs. Daarbij kwamen we nog langs een oude grafheuvel van omstreeks 3000 jaar voor Christus, waar bovenop enige personen aan het picknicken waren. Van Kragnӕs fietsten we via een gehucht Dunkӕr naar de ZW-kust van het eiland Ærø, waar we opnieuw langs een zeer oude grafheuvel met meerdere graven kwamen, gelegen op de vrij hoge Lindsbjergheuvel. De beklimming van de Lindsbjergheuvel op de fiets in het warme weer was een hele opgave, maar werd ruimschoots vergoed door de bezichtiging van de prehistorische graven en het prachtige uitzicht rondom. Daarna hebben we nog de plek bekeken, waar ooit een historisch kerkje heeft gestaan, dat een pelgrimsoord is geweest en waar diverse opgravingen zijn gedaan. Maar er was weinig van overgebleven. Alleen de vorm op de grond was nog aanwezig plus een folder in het Deens. Daarna zijn we teruggefietst naar onze boot en hebben de nodige boodschappen gedaan voor onze terugreis naar het Kielerkanaal en Nederland. Vanavond zou het gaan regenen, waarschijnlijk de buien vanuit Nederland van de vorige dag. Volgens plan verlaten we morgen Denemarken en gaan we weer naar Rendsburg, gelegen in het Noord-Oostzeekanaal. 

dinsdag 28 juni 2011

Van Rudkøbing naar Marstal





Vandaag zijn we om 08:30 uur naar Marstal vertrokken vanuit Rudkøbing. Een afstand van 11 Nm. Het weer was prima, de zon scheen en er stond een wind ZO-4, zodat gezien de geringe afstand we op onze Genua naar Marstal zeilden. Marstal is de meest Zuidelijke havenplaats, gelegen op het eiland Ærø. Een mooie uitvalsbasis voor de oversteek naar Kiel overmorgen. Tussen het Zuidelijk deel van Langeland en Ærø is het vrij ondiep en loopt het waarwater langs een goed betonde geul. Halverwege kwam de veerboot van Marstal naar Rudkøbing ons tegemoet en later ook een Nederlandse Schoener van de Bruine vloot, die in Marstal stevig vertegenwoordigd was. Om 11:30 uur kwamen we in Marstal aan, waarbij we werden opgevangen door een aardige Duitse passant. Helaas bleek onze Carina weer enigszins te breed voor de box, maar met behulp van de motor wrongen we zachtjes onze boot tussen de palen door naar haar ligplaats. Bijna alle jachthavens in Denemarken hebben voldoende passantenplaatsen, mits je een smalle en lange boot hebt. De palen staan veelal schots en scheef, zijn meestal te smal en staan ver van de steiger af, zodat je lange lijnen nodig hebt. Je vraagt je wel eens af voor welke type schepen de boxen zijn ontworpen. Daarna hebben we een wandeling door het havenplaatsje gemaakt. Marstal heeft een klein centrum met leuke winkeltjes en ook weer een oud wit kerkje van 1738, die we nog even van binnen hebben bekeken, met rondom een grote begraafplaats. In bijna alle Scandinavische kerken hangen aan het plafond klassieke zeilschepen, vanwege de band met de zee. In dit kerkje hingen er zelfs zeven. Marstal heeft ook nu nog een scheepswerf. Na door de gezellige oude straatjes met de gekleurde vakwerkhuisjes te hebben gelopen, zijn we weer naar de jachthaven teruggegaan. Als het weer zo blijft, dan gaan we morgen fietsen op het Zuidelijk deel van het eiland Ærø. Vorig jaar toen we in Søby waren hebben we het Noordelijke deel en het midden van Ærø al bekeken, waar aan de Oostkant de idyllische havenplaats Ærøskøbing ligt.

maandag 27 juni 2011

Fietstocht op Langeland





Vandaag scheen de zon, weinig wind en af en toe een wolk. Prima fietsweer en dus haalden we onze Bromptons uit de hoezen te voorschijn voor een fietstocht op het middendeel van het eiland Langeland. Het eiland Langeland ligt tussen de Grote Belt en de baai van Kiel. Het is via een brug met het eiland Fünen en zo verder met Jutland verbonden. Langeland is 54 km lang en maximaal 12 km breed en heeft ca. 14.000 inwoners. We vertrokken om 11:00 uur vanuit Rudkøbing, dat in het midden en aan de Westkust van Langeland ligt. We fietsten eerst naar het Zuiden via een fietsroute van een fietsroutekaart, die we nog in Spodsbjerg op de heenreis hadden gekocht. Na langs een soort kasteel en daarna een oude molen zonder volledige wieken te hebben gefietst, kwamen we via de prachtige glooiende heuvels met de vele korenvelden bij het “Lindelse Nor” aan, een ondiep fjord met wat eilandjes aan de Westkust van Langeland waar we een schitterend uitzicht hadden. Daarna gingen we weer Noordwaards via een andere fietsroute, waar we langs allerlei kleine plaatsjes met leuke witte kerkjes en oude vakwerkhuisjes fietsten. Ook kwamen nog langs een prehistorische grafheuvel van ca. 3600 jaar voor Christus, gelegen midden in een korenveld. Er zijn meerdere prehistorische grafheuvels op Langeland te vinden, waarvan we op onze fietstocht vanuit Spodsbjerg er ook al één hadden gezien, en vormen het bewijs dat het eiland al zeer lang bestaat. Ook schijnt Koning Valdemar I van Denemarken in de 12de Eeuw vele burchten op Langeland te hebben gebouwd, maar deze zijn praktisch allemaal plat gebrand of omgebouwd tot landhuizen en kastelen. Na een mooie en warme dag met een temperatuur van ongeveer 26 graden Celsius kwamen we om 16:15 uur weer op onze boot terug, waarna we eerst boodschappen hebben gehaald om onze voorraad weer aan te vullen, alvorens we het koude bier te voorschijn haalden om op ons "privéterras" bij te komen van onze fietstocht.

zondag 26 juni 2011

Van Nyborg naar Rudkøbing





Vandaag was er geen wind. Wel veel bewolking en weinig zon, maar veel minder koud als gisteren toen we met 10,5 graad Celsius opstonden. We vertrokken om 8:30 uur op de motor naar Rudkøbing, dat in het midden en aan de Westkant van het eiland Langeland ligt. Precies tegenover de vissersplaats Spodsbjerg aan de Oostkant van Langeland, die we op de heenreis als eerste havenplaats in Denemarken aandeden. De afstand Nyborg naar Rudkøbing bedraagt slechts 23 Nm, zodat we al om 12:15 uur in de jachthaven van Rudkøbing aankwamen. Daarna zijn we het stadje gaan bezoeken. Ook in Rudkøbing zijn weer de gezellige straatjes te bewonderen met her en der oude gekleurde vakwerkhuisjes. Bijzonder is het verhaal van de wetenschapper H.C. Ørsted, die in het jaar 1820 bij toeval een stroomdraad bij een kompas hield en daarbij constateerde dat de kompasnaald begon te bewegen, waarmee de revolutionaire ontdekking van het electromagnetisme een feit werd. Ørsted, groeide op in een gerenommeerde apothekersfamilie, die in een huis vlakbij de haven woonde. De apotheek bestaat inmiddels 300 jaar, alhoewel het originele gebouw is afgebrand. Achter de nieuw herbouwde apotheek is nog de originele apothekerstuin te bezichtigen, die jammer genoeg alleen op donderdag geopend is. De oudste boom in de tuin is een kastanjeboom van 300 jaar oud, die als decor in een Deense film van 2006 bekend werd. Van de wetenschapper H.C. Ørsted staat een standbeeld op een pleintje nabij de apotheek. Verder hebben we nog een kerkje, een oude molen uit de 18de Eeuw en de overige havens bekeken, waarna we zijn teruggegaan naar onze boot. Als het weer morgen er goed uitziet dan gaan we waarschijnlijk weer eens fietsen.

zaterdag 25 juni 2011

Bezoek Nyborg Slot en “Mads Lercher Gård”





Vandaag hebben we het Nyborg slot bezocht. Het slot is voor de eerste keer genoemd in 1193, toen Koning Knud VI een bijeenkomst hield en samen met andere in de buurt liggende kastelen en forten een versterking vormde van de Storebӕlt (Grote Belt). Gedurende de Middeleeuwen had het kasteel vier vleugels, gebouwd in het vierkant met een binnenplaats, maar daar is slechts de Westvleugel van overgebleven. De historie in het slot betreft met name de geschiedenis van de Deense Koning Christian II, die in dat kasteel geboren en getogen was en later een bloedbad in Stockholm aanrichtte door middel van het executeren van een aantal opstandige Zweedse edelen. Daarbij liet hij de edelen door de paus als ketters verklaren, zodat een proces niet nodig was. Op 8 november 1520 begonnen de executies van de verdachten. Deze zouden drie dagen duren. In totaal werden er zo’n 94 personen omgebracht, waaronder 2 bisschoppen en enkele burgers. Het merendeel bestond echter uit de hoge, Zweedse adel. De Zweedse verontwaardiging over deze daad was groot en bevestigde alleen maar het streven naar zelfstandigheid. In 1523 kwam een einde aan de deelname van Zweden aan de Unie van Kalmar, waardoor deze unie als zodanig ophield te bestaan. En Christiaan II verloor zijn kroon aan zijn oom Frederik. Later heeft Koning Christian III onder invloed van de Renaissance het kasteel meer bewoonbaar gemaakt. Hierna hebben we het zeer oude vakwerkhuis “Mads Lercher Gård” uit 1601 bewonderd, dat in die tijd werd bewoond door burgemeester en koopman Mads Lerche. Zowel de opbouw en de indeling binnenin als de meubilering geven een prachtig beeld van de lokale historie Oost-Fünen weer met de focus op cultuur. Toen we na afloop terugliepen door het centrum kwamen we in de wielerronde van Nyborg terecht. Zowel vandaag als morgen is er een wielrennerskoers door en rond Nybort uitgezet. Vandaag de amateurs en morgen de professionals. Alsof het niet genoeg was, werden we bij onze boot aangekomen, getracteerd op een inwijdingsritueel door een heuse Neptunus, die kennelijk nieuwe leden van de plaatselijke roeivereniging moest inwijden met allerlei vieze drap en zeewier. Na dit spectakel zijn we op onze boot maar weer even gaan uitrusten van alle belevenissen van vandaag.

vrijdag 24 juni 2011

Naar Nyborg (Fünen)





We zijn om 8:30 uur uit Kerteminde vertrokken richting Nyborg. Een afstand van 17 Nm, mits je niet hoeft te kruisen, want we hadden het eerste deel naar de imposante “Storebӕlt” (Grote Belt) brug, die 52 meter hoog is en de eilanden “Fyn ”(Fünen) en “Sjӕlland” (Seeland) verbindt, de wind West 4-5 bft vol achter in de zeilen. Maar na de “Storebӕlt” brug te hebben gepasseerd, hadden we de wind tegen en moesten we terug kruisen naar Nyborg, dat aan de aanloop van de “Storebӕlt” brug ligt. Ongeveer 7 Nm voor Nyborg dreef er een vreemde donkere wolk over ons heen, waaruit  een wind van een dikke 6 bft begon te blazen, zodat onze volgetuigde Carina even plat sloeg, het gangboord geheel onder water verdween en daarna ook nog spontaan overstag ging. Na de fok voor een deel te hebben ingerold, konden we onze koers vervolgen. Even later was de wolk over ons heen getrokken en nam ook de wind weer af naar W4-5. Na 29 Nm op onze log gezeild te hebben, kwamen we om 14:30 uur aan in de jachthaven van Nyborg, in een mooie ruime box met de kop in de wind. Er zijn drie jachthavens in Nyborg, dus we hadden keus genoeg. Daarna hebben we het stadje nog even bezocht. Er staan wat oude vakwerkhuisjes van voor het jaar 1700, maar door brand en oorlogen in het begin van de 18de Eeuw is het merendeel verwoest. Luid toeterend reed er telkens een schoolbus voorbij, waar scholieren met witte matrozenpetten in zaten, die waarschijnlijk voor het eindexamen zijn geslaagd. Kennelijk een traditie in Scandinavië, want vorig jaar in Ystad (Zweden) maakten we dat ook al mee. Na nog de “Vor Frue Kirke” te hebben bekeken en langs het Nyborg slot te hebben gewandeld, dat we morgen willen bezichtigen, kwamen we weer terug bij onze boot. Het Deens is wel een komische taal en soms zelfs een beetje te lezen. Zo kom je bijvoorbeeld bordjes tegen met “Knallertkørsel forbudt” ofwel “Bromfietsrijden verboden”. Je mag dus met je “knallert” niet overal komen! We zijn benieuwd naar morgen hoe het Nyborg slot, dat dateert van de 12de Eeuw en voorzien schijnt te zijn van een fortificatie, er van binnen uit ziet.   

donderdag 23 juni 2011

Kerteminde en Munkebo (Fünen)





Gisteravond om 21:00 uur begon het hard te regenen, maar toen we vanochtend wakker werden, scheen de zon weer volop. Het woei wel hard met een ZW5-6, zodat we na het ontbijt besloten om niet te gaan fietsen, maar om te voet het oude gedeelte van Kerteminde te gaan bekijken. Het oude gedeelte bestaat nog uit mooie gekleurde vakwerkhuisjes uit de 19de Eeuw. Kerteminde ligt aan het Kerteminde Fjord, een kleine “tærskelfjord” (drempelfjord) met een diepe geul in het middelste gedeelte en een groot ondiep gebied in het westelijke deel van het Fjord, dat “Kertinge Nor” heet. Het heeft prachtige natuur met glooiende heuvels. Na het oude centrum van Kerteminde te hebben bekeken, besloten we met de bus om naar Munkebo te gaan. Munkebo is een dorpje dat ca. 10 km ten Westen van Kerteminde ligt en een fraaie natuur heeft. Je kan een wandeling maken langs het Munkebo voetpad, dat 20 km lang is, waarbij je zowel indrukken van de natuur als de historie kan opdoen. Twintig kilometer vonden we echter iets te veel voor vandaag en we besloten dan ook om langs een klein deel van het Munkebo voetpad te wandelen. Vanaf de 58 m boven de zeespiegel gelegen heuvel Munkebo Bakke, hadden we een prachtig uitzicht over “Kertinge Nor”. Nadat we weer terug waren in het dorpje Munkebo hebben we nog even het witte kerkje “Munkebo Kirke” bezocht, omgeven door een grote begraafplaats. In Munkebo zit ook Lindø Shipyard, een grote scheepswerf, waar o.a. de containerschepen van Mӕrsk zijn en nog worden gebouwd. In 2006 liep daar de “Emma Mӕrsk” van stapel, één van ‘s werelds grootste containerschepen met een capaciteit van 11.000 -13.000 containers. Er was vandaag ook een feest gaande in Munkebo ter gelegenheid van “Sankt Hans”. “Sankt Hans” is een van de meest populaire vieringen in Denemarken. Het tijdstip 23 juni, is ook bij uitstek geschikt om het buiten te vieren. “Sankt Hans avond" is de avond voorafgaande aan “Sankt Hansdag” op 24 juni. De dag is vernoemd naar Johannes de Doper, maar de viering heeft een voorloper naar pre-christelijke tijden en opvattingen. Van oudsher werden er op diverse tijden in het jaar vuren ontstoken om de boze geesten te verdrijven. De “Sankt Hansviering” heeft te maken met de zomerzonnewende, het moment van de langste dag op 21 juni, waarop de natuur in volle kracht en pracht staat en waarna de dagen weer korter beginnen te worden. Het feest moest kennelijk nog beginnen, want men was nog bezig met de opbouw van de festiviteiten voor vanavond. Daar konden wij natuurlijk niet op wachten en met de bus zijn we weer naar de boot terug gegaan om daar nog even uit te rusten van de indrukken van vandaag.